ADR-bewustmakingstraining 1.3
Deze training is bedoeld voor personen - met uitzondering van bestuurders die in het bezit zijn van een ADR-certificaat - die bij het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg betrokken zijn.
Het ADR geeft de verplichting dat personen die werkzaamheden verrichten op het gebied van het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, opgeleid moeten zijn al naar gelang de eisen die het vervoer van gevaarlijke goederen aan hun verantwoordelijkheden en werkzaamheden stelt.
Dit voorschrift is bijvoorbeeld van toepassing op personeel dat gevaarlijke goederen laadt of lost, personeel van expeditie- of cargadoorsbedrijven en op bestuurders van voertuigen die vervoeren op basis van de vrijstellingen (minder dan 1.000 punten, gelimiteerde hoeveelheden (LQ) en vrijgestelde hoeveelheden (EQ)) binnen het ADR waarvoor geen ADR-certificaat nodig is.
Aard van de opleiding
De opleiding moet, al naar gelang de verantwoordelijkheden en taken van de betreffende persoon, in de volgende vorm geschieden:
Algemene bewustmaking
Het personeel moet bekend zijn met de algemene voorschriften van de bepalingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen.
Functiespecifieke opleiding
Het personeel moet zijn opgeleid in de voorschriften van de regelgeving inzake het vervoer van gevaarlijke goederen, direct aansluitend op hun taken en verantwoordelijkheden. Indien het vervoer van gevaarlijke goederen een multimodaal vervoersproces inhoudt, moet het personeel op de hoogte zijn van de voorschriften die van toepassing zijn op de andere vervoerswijzen.
Veiligheidsopleiding
In verband met de mogelijke gevaren van verwonding of blootstelling als gevolg van een incident bij het vervoer van gevaarlijke goederen, met inbegrip van laden en lossen, moet het personeel zijn opgeleid inzake de risico’s en gevaren die samenhangen met de gevaarlijke goederen. De opleiding moet tot doel hebben het personeel bewust te maken van de veilige behandelings- en noodprocedures.
De opleiding moet periodiek worden aangevuld door een bijscholingscursus om rekening te houden met de wijzigingen in de voorschriften.
Documentatie
De dossiers omtrent de genoten opleiding overeenkomstig dit hoofdstuk moeten door de werkgever worden bewaard en op verzoek ter beschikking worden gesteld aan de werknemer of de bevoegde autoriteit (ILT). De dossiers moeten door de werkgever gedurende een periode vastgesteld door de bevoegde autoriteit worden bewaard. De opleidingsdossiers moeten worden gecontroleerd bij het aanvaarden van een nieuwe betrekking.
© ABG 2024